Wetenschappers
aan het woord

Drie vragen aan: Marise Born

Marise Born is Professor aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en de Vrije Universiteit Amsterdam.

Psychodiagnostiek in het werkveld van A&O.

Marise Born
Op welke vraagstukken richt uw onderzoek zich?

Mijn onderzoek richt zich op verschillende terreinen: personeelsselectie en assessment, selectie voor hoger onderwijs, testontwikkeling, individuele verschillen psychologie, persoonlijkheid, voorspelling van werk- en studieprestaties en succes, intercultureel onderzoek en etniciteit, werkzoekgedrag en sollicitantreacties, en machine learning/ AI vraagstukken.

Welke inzichten wilt u vanuit uw vakgebied graag delen met de assessmentpraktijk?

Er zijn drie psychodiagnostische onderwerpen waar in de 21ste eeuw veel aandacht naar uitgaat.

Deze onderwerpen staan centraal tijdens de NIP Summerschool, Workshop 20 september 2019: Psychodiagnostiek in het werkveld van A&O: The state of the art.

1. Maatschappelijke relevantie van persoonlijkheidskenmerken. Verschillende concepten staan extra in de belangstelling vanwege de (tijdelijke) relevantie in de huidige maatschappij. Naar aanleiding van de economische crisis is er naast de traditionele Big Five (of Six) persoonlijkheidsdimensies bijvoorbeeld meer aandacht gekomen voor ‘dark personality’ trekken. Voorbeelden zijn narcisme en machiavellisme. Diverse modellen zijn ontwikkeld, zoals het dark triad model en het dark tetrad model. De vraag kan gesteld worden of deze focus op dark personality toegevoegde waarde biedt boven de traditionele persoonlijkheidsmodellen. Een interessante vraag is verder of de diagnose eventueel moet worden gericht op het meten van iemands inzicht in wat niet te doen (versus het inzicht in wat wel te doen). Een ander opgekomen concept is agility. Deze opkomst heeft alles te maken met de snel veranderende wereld van werk waarin het als werknemer belangrijk is om op een duurzame manier mee kunnen blijven doen. Aan de assessmentpsycholoog de vraag of individuele verschillen in agility gemeten kunnen worden? Andere voorbeelden zijn intrapreneurschap, de fit met organisatiepersoonlijkheid, en culturele en emotionele intelligentie. We moeten daarbij kijken naar het verschil in trait- en state-metingen van de concepten en met welke werkgerelateerde uitkomsten (prestaties, welbevinden) ze verband houden.

2. Psychodiagnostiek in een interculturele maatschappij. Er is de A&O-psycholoog veel aan gelegen om mensen op een onpartijdige en betekenisvolle manier te testen. Aan de hand van een raamwerk van Norenzayan en Heine (2005) bekijken we in dit verband de manier om na te gaan in hoeverre een psychologisch construct universeel is, en manieren om de vergelijkbaarheid (equivalentie) van construct-metingen te bepalen. Een belangrijk gerelateerd thema is dat van responsestijl-verschillen tussen mensen afkomstig uit verschillende culturen en hoe die het beantwoorden van vragenlijsten kunnen beïnvloeden. Een voorbeeld is het geven van extreme antwoorden versus gemiddelde antwoorden (He & Van de Vijver, 2015). Belangrijk om de pogingen te blijven volgen die gedaan worden om voor nieuwe groepen, bijvoorbeeld vluchtelingen, assessments te ontwikkelen.

3. De moderne technologie sijpelt gestaag de testpraktijk binnen. Sta stil bij wat er bekend is over de psychometrische kwaliteit van serious games, van VR-technologie, en van social media-gebruik tijdens assessments. Hoe verhoudt zich deze kwaliteit tot het gebruikelijke arsenaal aan psychodiagnostische instrumenten van de A&O psycholoog? En wat betekent het voor de testpraktijk dat het alom besproken algoritme, het symbool van de vierde industriële revolutie, zijn intrede aan het doen is? Een van de interessante toepassingen is te vinden in het domein van natural language processing (NLP), iets waar Pennebaker (bijv. Pennebaker, 1997) zich al mee bezighield in de 90er jaren. Door testontwikkelaars wordt de vraag ondertussen al gesteld of deze ontwikkelingen niet gaan betekenen dat de - door de A&O psycholoog veelal als tijdloos ervaren - psychometrische testvereisten van de Cotan en de Efpa, en de richtlijnen van de International Test Commission (ITC) herzien zouden moeten worden.

Welke artikelen ziet u als ‘must reads’ in uw vakgebied?

In het volgende artikel wordt machine learning in de psychologie beschreven. Sommige delen zijn vrij technisch van aard en kunnen worden overgeslagen zonder de strekking van het artikel te missen.

Liem, C.C.S., Langer, M., Demetriou, A., Hiemstra, A.M.F., Sukma Wicaksana, A., Born, M.Ph., & Koenig, C.J. (2018). Psychology meets machine learning: Interdiscplinary perspectives on algorithmic job candidate screening.H.J. Escalante, I. Guyon & S. Escalera (Eds.), The Springer Series on Challenges in Machine Learning (pp. 197-253). Switzerland: Springer Nature.

Ook de volgende artikelen zijn must reads voor iedere assessmentpsycholoog:

Kuncel, N. R., Klieger, D. M., Connelly, B. S., & Ones, D. S. (2013). Mechanical versus clinical data combination in selection and admissions decisions: A meta-analysis. Journal of Applied Psychology, 98(6), 1060-1072.
Winkler, S., König, C. J., & Kleinmann, M. (2010). Single‐attribute utility analysis may be futile, but this can't be the end of the story: causal chain analysis as an alternative. Personnel Psychology, 63(4), 1041-1065.
Ployhart, R. E., & Holtz, B. C. (2008). The diversity–validity dilemma: Strategies for reducing racioethnic and sex subgroup differences and adverse impact in selection. Personnel Psychology, 61(1), 153-172.